Internationaal onderzoek heeft uitgewezen dat ABA effectief is bij de behandeling van autisme. In 2009 verscheen in Nederland het rapport van de Gezondheidsraad waarin staat dat ABA interventies (ook wel: Early Intensive Behavioral Interventions, EIBI), het meest effectief blijken bij het verbeteren van cognitieve, communicatieve en sociale vaardigheden, en het verminderen van probleemgedrag van kinderen met ASS.

Er is in de Verenigde Staten en elders veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effectiviteit van ABA (zie Eldevik, Hastings, Hughes, Jahr, Eikeseth & Cross, 2009; Lovaas, 1987; Peters-Scheffer, Didden, Korzilius & Sturmey, in press; Sallows & Graupner, 2005).

Tijdens een congres in Belfast in 2010 ging Dr. Keenan (University of Ulster, Noord-Ierland) in op de effectiviteit van ABA voor het helpen van kinderen met autisme. Hij gaf een indrukwekkend overzicht van de steun voor ABA vanuit autoriteiten in de VS en Canada.

Ook in Nederland is onderzoek gedaan naar effectiviteit van ABA bij autisme. Peters-Scheffer, Mulders en Didden (2008) onderzochten de effecten van Discrete Trial Training (DTT), een toepassingsvorm van ABA, bij kinderen met autisme (ASS) en een verstandelijke beperking. Na acht maanden behandeling was de gemiddelde toename in ontwikkelingsleeftijd:

• bij kinderen met DTT: 8,92 maanden (range 4 tot 20 maanden)
• in de controle groep: 2,41 maanden (range -1 tot 11 maanden).

Het verschil tussen de groepen was significant. Een vergelijkbare significante vooruitgang was waarneembaar wat betreft zelfredzaamheid, en specifiek met betrekking tot communicatie, dagelijkse vaardigheden en socialisatie.

Onderzoek is nog gaande naar de effectiviteit van laag intensieve ABA behandeling, maar de voorlopige resultaten zijn positief wat betreft vooruitgang qua ontwikkelingsniveau, zelfredzaamheid en taal (Peters-Scheffer, Didden, Mulders & Korzilius, in press).

Rapport Gezondheidsraad

In juni 2009 bracht de Gezondheidsraad een rapport uit over autisme. Op basis van wetenschappelijk onderzoek, beoordeelde de raad de effectiviteit van 11 therapeutische interventies voor autisme (ASS) als volgt:

ABA interventies (ook wel: Early Intensive Behavioral Interventions, EIBI), zijn het meest effectief bij het verbeteren van cognitieve, communicatieve en sociale vaardigheden, en het verminderen van probleemgedrag van kinderen met een ASS.

2 interventies hebben een beperkte of zeer beperkte effectiviteit: augmentative & alternative communication intervention, en farmacotherapie (bijv. antipsychotica).

8 interventies blijken niet effectief, of de effectiviteit is niet aangetoond of niet te beoordelen: vitamine B6 supplementen, gluten- en caseïnevrije diëten, omega-3 vetzuren, secretine, muziektherapie, auditory integration training, alternatieve geneesmiddelen, en sociale vaardigheidstrainingen.